Pagina's

maandag 16 juli 2007

Van Batakstyle naar Citytrip

Wanneer we over straat lopen in Berastagi worden we bekeken. Wat zeg ik: ik word bijna met de ogen uitgekleed door de lokale bevolking. Mannen roepen, vieze mannen geven kushandjes en nog viezere mannen proberen mij bijna aan te raken. Bijna, want ik blijf natuurlijk wel ruim twee koppen groter. Hier in Berastage zijn de enige toeristen die we tegenkomen op 1 hand te tellen en allemaal Nederlanders. Het voelt een beetje als wij-tegen-zij wanneer we op zoek gaan naar een internetcafe. We zijn op ons hoede. Wanneer mensen 'Hello Mister' roepen kun je het in ieder geval zien aankomen als ze je je tas afhandig willen maken. Ook in de Lonely Planet worden we gewaarschuwd voor de pakgrage handjes van de Sumatraanse bevolking.
Uitzonderingen natuurlijk daargelaten. Want slechts enkele uren daarvoor mochten we kennismaken met een traditionele Batak-familie in Delitua. We gingen op bezoek bij de-zoon-van-de-nicht-van-L.'s-tante, wat niet alleen een mond vol met woorden maar ook een mond vol traditioneel Indonesisch eten oplevert. Salomon Sitepu zou ons ontmoeten in de busterminal Amplas in Medan, waar onze chauffeur ons vanuit Danau Toba netjes op verzoek afzette. Een busstation waar we, als we de keuze hadden, vrijwillig niet waren uitgestapt. Nog geen vijf meter uit de bus werden we belaagd door 30 mannetjes die ons welwillend meteen terug wilden brengen naar waar we vandaan kwamen, ondertussen een tevergeefse poging doende om met een simkaart met onvoldoende beltegoed Salomon onze locatie van aankomst te laten weten. Nadat we uiteindelijk besloten een rustigere, overzichtelijke plek op te zoeken (= boos kijken en hard doorlopen) in de hoop Salomon te vinden, bleek dat hij met ONS vinden geen moeite had en zo troffen wij hem snel. Deze bijzonder vriendelijke man begeleidde ons trots verder naar zijn huis in Delitua, enkele kilometers van Medan, waar we konden kennismaken met zijn familie.
Voor het eerst deze reis maakten we zo kennis met 'the real life'. We volgden Salomon over een modderig pad naar zijn huis: een schitterend pand in wording maar nog lang niet klaar. In Nederland zou het hooguit een paar maanden duren om zo'n heel huis af te maken, maar hier, zo zegt Salomon, 'It will take 3 or 4 years'. En dus zit de hele familie (Salomon, vrouw en 3 kinderen) in een huis met enkel muren, ramen en deuren. Zodra we binnenzijn en kennis hebben gemaakt met de familie (volgens Batak cultuur de hele straat) worden we getrakteerd op 'young coconut juice'. Ik verwacht een glas met sap en hooguit een rietje maar in plaats daarvan horen we verstompt gehak en krijgen we vijf minuten later beide een kokosnoot ter grootte van een voetbal in ons hand gedrukt. Ook met rietje. Weer eens wat anders. We lachen ietwat verlegen. Als we de helft nog niet ophebben zegt Salomon 'There is more, there is more!' en komt er speciaal voor ons een schaaltje rambutans op tafel. We eten er een paar en wederom komt zijn nichtje terug -ditmaal met een halve Durian. We krijgen bijbehorende eetinstructies en beginnen aan de welriekende vrucht die zo voor een eerste keer een voor ons iets te overweldigende smaak en substantie heeft. Maar Salomon kijkt zo blij en dus nemen we beiden nog 2 stukken.
We kletsen wat tot het avondeten en het zweet druipt ondertussen van achter onze oren naar beneden. Het is zowel buiten als binnen erg warm en klam en pas wanneer we omstreeks een uur of 8 aan het avondeten beginnen koelt het een beetje af. Het huis zit -wegens gebrek aan horren- vol met muggen en Salomons kinderen hebben een wisseldienst voor de elektronische vliegenmepper, die in een zwaai van twee meter wel 20 muggen electrocuteert. We krijgen zelfgebakken, -gekookte en -geroosterde vis met rijst voorgeschoteld en Salomon leert hoe wij met onze handen moeten eten. Puur om Salomon te pleasen, want NATUURLIJK speelt het geen enkele rol bij het volgen van deze traditie dat ik het stiekem geweldig vind om met mijn eten te spelen. Ik denk alleen dat ik wel wat vaker moet oefenen. Bij het matige licht (=twee kaarsjes) en door de onhandigheid met het eten van slechts 1 hand (namelijk de rechter) eet ik bijna meer graat dan vis, en na slechts enkele minuten installeert zich een duri (graatje) horizontaal in mijn slokdarm, duidelijk met het plan zich daar permanent te vestigen. Ik rochel wat onopvallend -zo probeer ik althans- en probeer het geval te verplaatsen met afwisselend een half glas water, een paar happen rijst, gevolgd door de andere helft water, maar het mag maar even baten. Wanneer ik het ene graatje met geweld naar beneden heb gekregen, zit er bij de volgende hap WEER een nieuwe vast. Het is wel een hele uitdaging, want de vis is heerlijk en ik heb HONGER. Ik frummel op 'ambachtelijke wijze' wat met mijn vis en hoop dat het niet al teveel opvalt dat ik er een zooitje van maak. Gelukkig zit L. naast mij ook vooral op graatjes te kauwen.
Vlak na het eten taaien we af naar de master bedroom. We krijgen het beste bed dat in huis beschikbaar is: een houten frame met een lapje stof. De rest van de familie slaapt samen in een kamer: ik weet niet waarop. De gastvrijheid is ronduit vertederend en het maakt ons intens verlegen. We bieden aan om op onze eigen matjes te slapen maar Salomon wil er niets van weten. Onze nacht is lang, heet en hard en ver na de beginnende activiteit van de familie (die doordeweeks om 4 uur en op zondag om 5 uur opstaan!) komen wij om 8 uur onze kamer uit. We vertellen dat we HEERLIJK lang hebben geslapen en genieten van verse nasi goreng met tempe en andere toebehoren, zorgvuldig klaargemaakt door de vrouw van Salomon. Er worden nog wat foto's geschoten en we krijgen een uitzonderlijk mooi presentje: een handgemaakt traditioneel Batak-kleed.
Nadat we Salomon en familie uitgebreid gedag hebben gezwaaid en ge-terima-kasihd vertrekken we per bus naar Berastagi. Onze oorspronkelijke bestemming was aapies kijken in Bukit Lawang, maar na wat tegenstrijdige berichten (volgens Lonely Planet: TE druk, volgens lokaal busvervoer: TE WEINIG toerisme dus geen bus) besloten we dat maar te laten zitten. Na de overstroming in 2004 bleek de slechte weg ook voor Indonesische begrippen erg slecht te zijn geworden, en als Indonesiers al zeggen dat de road 'bumpy, very bad' is zou je wel gek moeten zijn om dat te negeren. Dus kozen we voor de 2 uur durende rit naar 'grotty town, beautiful area'  Berastagi. Weggekeken door de lokale bevolking vonden we wel een uit-het-centrum verblijf met uitzicht op Gunung Sibayak. Berastagi ligt in vulkanisch gebied en is bij uitstek dus geschikt voor klimtochten, maar helaas: de paar uur dat wij er zijn zijn slechts om smoggy Medan te ontvluchten en homemade lauwe kokosdrankjes te drinken.
Vandaag reeds vertrokken uit Berastagi vonden we in Medan een plekje in ons (let op!) VAN TEVOREN GERESERVEERD hotel. We verheugden ons op een flinke shopping sessie maar zelfs na de index van de Gouden Gids (helemaal!) te hebben doorgeplozen moeten we toch concluderen dat er in deze hele stad geen enkele elektronicazaak met spelcomputers te vinden is. Hoewel we niet hadden verwacht de Nintendo DS gratis bij aankoop van 30 roti's te krijgen valt het ons wel tegen dat er echt alleen maar goedkope op penlites werkende tetriscomputers te vinden zijn. Ik wed dat ik zelfs mijn vaders nieuw gekochte smartfoon (GAAF, pap!!) hier niet kan overtreffen. Dus deed ik vandaag maar wat elke vrouw graag doet bij tegenslag: kleding kopen.
Na deze WEL geslaagde shopsessie zat ik respectievelijk in dit internetcafe, ging vervolgens voor het EERST alleen naar de wc in het bovengelegen warenhuis en zit ik nu weer achter de computer. Interessante info omdat in je eentje hier als vrouw over straat gaan (ook al is het maar naar de wc) een avontuur op zich is. Het is echter wel vrij overzichtelijk omdat ik over alles en iedereen heen kan kijken -boos, indien nodig. Maar gelukkig heb ik L. eigenlijk altijd aan mijn zijde en letten we goed op elkaar en onze spullen en mogelijke mannetjes die willen proberen er aan te komen. Het is een avontuur dat je aan de ene kant niet wilt missen maar aan de andere kant ook niet zult missen als je weer thuis bent.
Morgenochtend (11.00 lokale tijd, 7.00 jullie tijd) horen we te vliegen maar zitten we waarschijnlijk met vertraging te wachten op ons vliegtuig dat ons naar Banjarmasin, Borneo brengt, waar we eind van de middag hopen aan te komen. Daar zullen we dan tot ongeveer zondag de 29e (?) verblijven in de hoop een jungle/riviertrek te kunnen maken. Ik kijk ernaar uit om jullie daar na afloop alles over te vertellen! Tot gauw!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten