En ik maar denken dat de langste achter-een-stuk-door-reis achter de rug was. Ik had van tevoren niet kunnen bedenken dat het langer duurt om van Jakarta naar Banderlampung (= vlak aan de kust van Sumatra) te komen als van Amsterdam naar Kuala Lumpur (!). In Indonesie zijn ze goed bekend met wat ze hier noemen 'Jam Karet'. De letterlijke vertaling hiervan is 'rubber time', wat in de praktijk betekent dat je vervoer een uur eerder, drie uur later, of zelfs helemaal niet gaat. Aangezien Jakarta logistiek gezien goed in elkaar zit had ik gedacht dat het ergste wat er zou kunnen gebeuren zou zijn dat we zouden moeten wachten. Lang. Dus: Happentas maken (wat hier echt FANTASTISCH gaat gezien de hoeveelheid heerlijke snacks overal), genoeg te lezen hebben hebben en de wat minder goede tips: Deet op een onbereikbare plaats in je tas stoppen -evenals je zonnebrand- en je bijna verslapen voor de trein, die volgens het schema om 8.00 zou moeten gaan maar dus ook net zo goed om 7.30, 10.30 of helemaal niet zou kunnen rijden. Mentaal gezien waren we dus naar omstandigheden nog best goed voorbereid.
Na een nacht vol slechte live muziek niet ver van ons open hotelraam (minimaal tot een uur of 2!) bevonden L. en ik ons allebei in een uitermate brak stadium. Ook bleek ik de wekker verkeerd gezet te hebben -18.15 is niet erg handig als je om 6.15 je bed uitmoet- en was het ineens zomaar een half uur later dan de bedoeling was. Half slaperig hebben we snel onze spullen gepakt en na slechts eenmaal goed knipperen met de ogen stond er een taxi met open laadbak klaar om ons naar het station te brengen. Handig.
Na 40 keer 'Selamat Pagi' volgen we 20 wijzende vingertjes die ons vanzelf naar het loket brengen. Als je niet doelgericht genoeg kijkt naar waar je naartoe gaat, word je vanzelf wel ergens gebracht. Eenmaal op het juiste perron stappen we in de trein die op tijd komt, maar waarvan de locomotief foetsie blijkt. Toch stappen we snel in, want deze trein gaat slechts 2 keer per dag en het is dringen voor een plaatsje. Dat 'plaatsje' blijkt ook een relatief begrip. We bevinden ons in een metalen bak zonder ramen (wel met 2 gaten waar ooit deuren in hebben gezeten) waar het stinkt naar kippenpoep. In eerste instantie leek het ons best leuk, zo'n onderonsje met de oksels van de lokale bevolking, maar wanneer de locomotief eenmaal gevonden is en de trein rijdt blijkt al snel dat we een verkeerde keuze hebben gemaakt. We worden gewaarschuwd door een aantal Indo's die engels spreken dat het in dit stuk van de trein erg warm en druk is en dat we beter eerste klas kunnen gaan zitten. Fijne tip, maar door de enorme drukte en onze zware bagage is er voor ons geen tijd genoeg meer om over te stappen.We kunnen dus niet veel anders dan de rit naar de haven van Merac van 4 uur uitzitten. 'You will see chicken, fruit, vegetables, everything!' zegt hij, voordat hij in de menigte verdwijnt om drankjes te verkopen.
Binnen 5 minuten worden we bestookt door wel 30 verkopers die werkelijk waar alles, van mandarijnen en sigaretten tot vage borduursels aan ons proberen te slijten. Ondertussen worden we door de lokale bevolking met de ogen uitgekleed. Ze maken grappen, -duidelijk over ons- die we niet kunnen verstaan maar we lachen net zo hard mee om de drempel van contact wat te verlagen. Een aantal mensen spreekt ons aan maar de rest, zo legt de engelssprekende Indo uit, durft niet omdat ze niet weten hoe. Met handen en voeten proberen we ons reisschema uit te leggen en verder vooral te glimlachen tot je verkrampte kaken krijgt.
Om een lange rit korter te maken: langer dan twee uur in deze trein is het echt niet vol te houden. Ik bevond mij uiteindelijk in een staat van kiespijn, hoofdpijn door de kiespijn, een overvolle blaas, duizeligheid (doordat ik niet meer kon drinken...) en bovenal was ik totaal oververhit. Ook L. had immers een aardige emmer zweet kunnen vullen. Gelukkig vertelde een uitermate aardige meneer die tevens heel goed Engels sprak dat er vanaf het volgende station (plusminus 30 minuten later) ook een bus ging, en we besloten daar uit te stappen, wat te rusten en het laatste stuk transport per weg te overbruggen. Met dat vooruitzicht (plassen!!!) voelde ik me ineens stukken beter. We kwamen aan op het beloofde station en toen we eenmaal uit de trein waren vertelde dezelfde man (met wie we inmiddels al uitvoerig in de trein gesproken hadden) dat de bus er niet was en dat we er goed aan deden direct weer in de trein te stappen. Met buikpijn in tegenzin, maar het kon niet anders, weer terug de trein in dus. Ditmaal eerste klasse, waar het enige essentiele verschil was dat het minder rook naar poep en dat er ramen waren. Ook deze coupe was overvol, oververhit maar met gelukkig meer lucht. Van de mevrouw van de aardige man kreeg ik een waaier om het wat draaglijker te maken. Wat was ik haar dankbaar! Heftig wapperend gingen we op weg...
...om na 10 meter weer stil te staan. Na een kwartier zwetend en onwetend wachten riep de aardige man door een raampje naar ons: 'The engine is broken!' Voor hem was dit het eindstation en begin van vakantie met zijn familie, dus bijzonder aardig van hem om terug te komen en dit aan ons te melden. Het interessante nieuws was dat er een nieuwe motor moest komen...uit Jakarta. Ze hoopten twee uur later weer op weg te kunnen, maar ja, jam karet, jam karet. En daar sta je dan: op een wildvreemd station in de middle of nowhere, 12 uur overdag in de zingende hitte. Ik denk dat mijn opa het heel goed met mij voorheeft, want er kwam fantastische hulp uit onverwachte hoek. De aardige man (inmiddels bekend als Arief) vroeg wat rond, waaruit ik kon opmaken dat hij een lift probeerde te regelen voor ons naar het busstation. Uiteindelijk had hij het voor elkaar: binnen 5 minuten stonden er 3 ronkende scooters klaar. Twee voor ons en...een voor hem. Zonder twijfel stond hij erop ons netjes op de bus weer af te leveren. Ik moest wel even slikken, maar echt een keus was er niet. Dus daar gingen we dan. Op de scooter met topzware backpacks van 20 en 25 kilo achter op de rug in een noodvaart naar het station. En de weggebruikers hier houden op zijn zachtst gezegd wel van wat avontuur. Dampend van de adrenaline en well-shaked staan we uiteindelijk mooi wel op het busstation. Ik ren naar de eerstvolgende wc waar ik vervolgens net zoveel moet betalen als voor een halve liter ijsthee maar het kan me niet schelen. Arief roept nog 'Maybe not so clean', maar de voldoening is te groot om op hygiene te letten. Opgelucht kom ik weer naar buiten en klok meteen een flesje water weg. We drinken nog een drankje met Arief om bij te komen en besluiten vervolgens richting bus te gaan. We hoeven niets te doen: Arief vraagt wat rond en binnen tien minuten zitten we in de goede bus voor de goede prijs. We kunnen niet wachten om onze reis te vervolgen, maar ons geduld wordt op de proef gesteld. De chauffeur rijdt eerst nog een paar rondjes om de bus NOG VOLLER te krijgen (er staan immers nog geen 10 mensen op het gangpad) voor we vertrekken.
Maar, dan kunnen we ook wel twee uur lang genieten van eindelijk echt Indonesisch landschap. Over het vervolg van deze buitengewoon interessante trip zal ik jullie zo spoedig mogelijk (lees: vanavond) meer laten weten. Nu eerst even de benen strekken en jullie de tijd geven dit eerste bericht door te ploegen. Ik heb bewondering voor jullie!
Na een nacht vol slechte live muziek niet ver van ons open hotelraam (minimaal tot een uur of 2!) bevonden L. en ik ons allebei in een uitermate brak stadium. Ook bleek ik de wekker verkeerd gezet te hebben -18.15 is niet erg handig als je om 6.15 je bed uitmoet- en was het ineens zomaar een half uur later dan de bedoeling was. Half slaperig hebben we snel onze spullen gepakt en na slechts eenmaal goed knipperen met de ogen stond er een taxi met open laadbak klaar om ons naar het station te brengen. Handig.
Na 40 keer 'Selamat Pagi' volgen we 20 wijzende vingertjes die ons vanzelf naar het loket brengen. Als je niet doelgericht genoeg kijkt naar waar je naartoe gaat, word je vanzelf wel ergens gebracht. Eenmaal op het juiste perron stappen we in de trein die op tijd komt, maar waarvan de locomotief foetsie blijkt. Toch stappen we snel in, want deze trein gaat slechts 2 keer per dag en het is dringen voor een plaatsje. Dat 'plaatsje' blijkt ook een relatief begrip. We bevinden ons in een metalen bak zonder ramen (wel met 2 gaten waar ooit deuren in hebben gezeten) waar het stinkt naar kippenpoep. In eerste instantie leek het ons best leuk, zo'n onderonsje met de oksels van de lokale bevolking, maar wanneer de locomotief eenmaal gevonden is en de trein rijdt blijkt al snel dat we een verkeerde keuze hebben gemaakt. We worden gewaarschuwd door een aantal Indo's die engels spreken dat het in dit stuk van de trein erg warm en druk is en dat we beter eerste klas kunnen gaan zitten. Fijne tip, maar door de enorme drukte en onze zware bagage is er voor ons geen tijd genoeg meer om over te stappen.We kunnen dus niet veel anders dan de rit naar de haven van Merac van 4 uur uitzitten. 'You will see chicken, fruit, vegetables, everything!' zegt hij, voordat hij in de menigte verdwijnt om drankjes te verkopen.
Binnen 5 minuten worden we bestookt door wel 30 verkopers die werkelijk waar alles, van mandarijnen en sigaretten tot vage borduursels aan ons proberen te slijten. Ondertussen worden we door de lokale bevolking met de ogen uitgekleed. Ze maken grappen, -duidelijk over ons- die we niet kunnen verstaan maar we lachen net zo hard mee om de drempel van contact wat te verlagen. Een aantal mensen spreekt ons aan maar de rest, zo legt de engelssprekende Indo uit, durft niet omdat ze niet weten hoe. Met handen en voeten proberen we ons reisschema uit te leggen en verder vooral te glimlachen tot je verkrampte kaken krijgt.
Om een lange rit korter te maken: langer dan twee uur in deze trein is het echt niet vol te houden. Ik bevond mij uiteindelijk in een staat van kiespijn, hoofdpijn door de kiespijn, een overvolle blaas, duizeligheid (doordat ik niet meer kon drinken...) en bovenal was ik totaal oververhit. Ook L. had immers een aardige emmer zweet kunnen vullen. Gelukkig vertelde een uitermate aardige meneer die tevens heel goed Engels sprak dat er vanaf het volgende station (plusminus 30 minuten later) ook een bus ging, en we besloten daar uit te stappen, wat te rusten en het laatste stuk transport per weg te overbruggen. Met dat vooruitzicht (plassen!!!) voelde ik me ineens stukken beter. We kwamen aan op het beloofde station en toen we eenmaal uit de trein waren vertelde dezelfde man (met wie we inmiddels al uitvoerig in de trein gesproken hadden) dat de bus er niet was en dat we er goed aan deden direct weer in de trein te stappen. Met buikpijn in tegenzin, maar het kon niet anders, weer terug de trein in dus. Ditmaal eerste klasse, waar het enige essentiele verschil was dat het minder rook naar poep en dat er ramen waren. Ook deze coupe was overvol, oververhit maar met gelukkig meer lucht. Van de mevrouw van de aardige man kreeg ik een waaier om het wat draaglijker te maken. Wat was ik haar dankbaar! Heftig wapperend gingen we op weg...
...om na 10 meter weer stil te staan. Na een kwartier zwetend en onwetend wachten riep de aardige man door een raampje naar ons: 'The engine is broken!' Voor hem was dit het eindstation en begin van vakantie met zijn familie, dus bijzonder aardig van hem om terug te komen en dit aan ons te melden. Het interessante nieuws was dat er een nieuwe motor moest komen...uit Jakarta. Ze hoopten twee uur later weer op weg te kunnen, maar ja, jam karet, jam karet. En daar sta je dan: op een wildvreemd station in de middle of nowhere, 12 uur overdag in de zingende hitte. Ik denk dat mijn opa het heel goed met mij voorheeft, want er kwam fantastische hulp uit onverwachte hoek. De aardige man (inmiddels bekend als Arief) vroeg wat rond, waaruit ik kon opmaken dat hij een lift probeerde te regelen voor ons naar het busstation. Uiteindelijk had hij het voor elkaar: binnen 5 minuten stonden er 3 ronkende scooters klaar. Twee voor ons en...een voor hem. Zonder twijfel stond hij erop ons netjes op de bus weer af te leveren. Ik moest wel even slikken, maar echt een keus was er niet. Dus daar gingen we dan. Op de scooter met topzware backpacks van 20 en 25 kilo achter op de rug in een noodvaart naar het station. En de weggebruikers hier houden op zijn zachtst gezegd wel van wat avontuur. Dampend van de adrenaline en well-shaked staan we uiteindelijk mooi wel op het busstation. Ik ren naar de eerstvolgende wc waar ik vervolgens net zoveel moet betalen als voor een halve liter ijsthee maar het kan me niet schelen. Arief roept nog 'Maybe not so clean', maar de voldoening is te groot om op hygiene te letten. Opgelucht kom ik weer naar buiten en klok meteen een flesje water weg. We drinken nog een drankje met Arief om bij te komen en besluiten vervolgens richting bus te gaan. We hoeven niets te doen: Arief vraagt wat rond en binnen tien minuten zitten we in de goede bus voor de goede prijs. We kunnen niet wachten om onze reis te vervolgen, maar ons geduld wordt op de proef gesteld. De chauffeur rijdt eerst nog een paar rondjes om de bus NOG VOLLER te krijgen (er staan immers nog geen 10 mensen op het gangpad) voor we vertrekken.
Maar, dan kunnen we ook wel twee uur lang genieten van eindelijk echt Indonesisch landschap. Over het vervolg van deze buitengewoon interessante trip zal ik jullie zo spoedig mogelijk (lees: vanavond) meer laten weten. Nu eerst even de benen strekken en jullie de tijd geven dit eerste bericht door te ploegen. Ik heb bewondering voor jullie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten