Pagina's

woensdag 4 juli 2007

Jam karet (2)

Goed, waar was ik gebleven. Het Indonesisch landschap, dus. Een twee uur durende bustocht dwars door verscheidene dorpjes op weg naar de havenstad Merak, vanwaar we de bootoversteek naar Sumatra zouden maken. Bij de bussen hier moet je je voorstellen dat ze eerst 30 jaar ergens in Europa hebben rondgereden, daarna zijn afgekeurd en vervolgens al 20 jaar hun werk doen in de binnenlanden hier. Gezien: Ducktape om de versnellingspook, deuren vastgezet met touw en een enorm extra stalen bumper aan de voorkant (als 1 bumper al niet genoeg is...). Verrassend genoeg zijn -in tegenstelling tot het Nederlands openbaar vervoer, de stoelen 1) nog heel en 2) niet ondergekrast met kreten als 'Fuck you' (ze kennen immers geen Engels) en beplakt met kauwgum. Je bent blij als je kunt zitten, dus beter laat je die stoelen heel.
We vonden een plekje bij de deur en behoorlijk doorgewaaid kwamen we een beetje bij. Ik deelde mijn Oreo Rolls (voor de insiders: goed spul!) met een klein kindje naast mij, echter toen ik zijn gebit zag en zijn gezicht toen hij erin beet twijfelde ik een beetje of ik er goed aan gedaan had. Hij vond het ongetwijfeld lekker maar ik was bijna doodsbenauwd dat ie er een tand bij op zou eten. Z'n moeder gaf geen kik. Toen we enige tijd in deze bus geinstalleerd zaten stopte die plotseling (toch niet weer iets stuk??). We bleken over de moeten stappen op een minibus die ons naar de haven zou brengen. Minibus = bus gemaakt voor mini-mensen. Met ons hoofd zowat tegen het plafond vervolgden we onze reis gelukkig soepel naar Merak. Helaas vergaten we door deze snelle overstap onze nog volle Happentas mee te nemen. Het was echter een fijn idee dat een ander kindje (met of zonder tanden) waarschijnlijk ontzettend blij zou zijn met onze lekker snackies.
In Merak aangekomen uiteraard eerst de halve stad vriendelijk gegroet en daarna op zoek gegaan naar de boot naar Bakauheni (de overkant). Aangezien de langzame boot er ongeveer twee uur over zouden doen gingen we op zoek naar de zogenaamde 'Kapal Cepat', de snelle boot die deze zelfde oversteek in 45 minuten zou maken. Na enig zoeken kwamen we bij het juiste loket, en na wat oefenen op 'Dua ticket dewasa' waren we helemaal klaar om de tickets te kopen. De meneer achter de bali echter niet. Hij riep iets van 'Amish amish' en gebaarde dat het toch echt geen goed idee was om verder nog iets te vragen. Na enig zoeken wist een mevrouw in zeer gebrekkig engels (maar wel heel vriendelijk) te vertellen dat de boot om 4-uur-nog-iets zou gaan, en dat we ook dan pas een kaartje konden kopen. Uiteraard. Waarom zou je ook een kaartje van tevoren willen kopen als alles ook op het laatste moment kan?
Dus: weer wachten (tijd op dat moment: kwart voor 3 in de middag). Maar, in de veronderstelling dat de snelle boot = sneller, wachten we best even. Les geleerd: neem ALTIJD de eerstvolgende boot. We kwamen een aardige student tegen van onze leeftijd die dezelfde oversteek ging maken en woonde in Lampung, de plaats die tevens onze eindbestemming van deze dag zou zijn. Het fijne was dat we eigenlijk alleen in de gaten moesten houden wat hij zou doen; dan kwamen wij er vanzelf ook. Maar: we waren er nog niet. Na (lang) wachten (het was inmiddels half 5) bleek dat de boot -de laatste snelle boot van die dag) HELEMAAL NIET ging. En ik kan je zeggen: na ruim 8 uur reizen in deze temperaturen is het laatste wat je wilt anderhalf uur wachten op een boot die er twee uur over doet om je naar de overkant te brengen. Gelukkig had deze boot wel een airconditioned eerste klas!
Na deze toch comfortabele reis was het reeds donker bij aankomst in Bakauheni (het is hier al donker om ongeveer half 7). De jongen bood aan ons te helpen bij het vinden van een taxi en gaf ons een richtlijn qua vraagprijs, zodat we tijdens de onderhandelingen niet gigantisch zouden worden afgezet. Na een pittige onderhandelingssessie waarbij we de richtprijs (zo bleek achteraf) verkeerd begrepen hadden zaten we uiteindelijk voor 'enampuluh ribuh, dua orang' (60,000 rupiah voor twee personen, ongeveer 5 euro in totaal) gebakken voor een rit van ruim twee uur naar de voordeur van ons hotel. Klinkt als een goede deal, ware het niet dat de bus ongeveer de helft goedkoper is, maar ook het halve gemak heeft. Na deze eveneens avontuurlijke autorit met een gelukkig zeer ervaren chauffeur werden we als laatste passagiers afgezet voor het hotel.
Als we op de entree van het hotel waren afgegaan, waren we er hoogstwaarschijnlijk voorbij gelopen. In positieve zin, want bij de entree denk je eerder aan een kamer van 200 euro dan aan 15 euro per nacht. We checken ons in bij een bijzonder vriendelijke dame ('Ensjoy jor ssssteej!') en onze ogen vallen open van verbazing wanneer we in de kamer komen. Een WERKENDE airco, opgemaakt bed met glaasjes water ernaast, een heerlijk schone badkamer met ruime douche en een tv met Trans Tudjuh (DE zender hierzo). Leuk detail: de airco staat hier ingesteld op 24 graden en voelt aan als heerlijk koel. De service is keurig en we krijgen iedere dag nieuwe zeepjes die we zorgvuldig opsparen voor meer karige tijden (sorry mam, dus niet voor thuis dit keer, kan wel een pen voor je achterover drukken?). Vooralsnog blijven we nog 1 a 2 dagen in dit hotel genieten voordat we afreizen naar Bukittinggi. Voor deze reis willen we goed uitgerust zijn, want die duurt op z'n kortst zo'n 22 (!) uur per bus. Echter is er geen andere manier om daarheen te reizen omdat de Lonely Planet over onze eerste geplande route over Palembang zegt dat 'most travellers avoid this place'. En de Lonely Planet is een heilig goed. Dus bereiden we ons de komende dagen voor op een lange busreis, hoogstwaarschijnlijk zonder stops, maar wel met een goed gevulde Happentas. Want ook Banderlampung is in wezen een uit de kluiten gewassen toko. Tot gauw!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten