Pagina's

vrijdag 31 augustus 2007

Home sweet home!

P1010691
De pastei van mams is op, de koelkast wordt langzaam leger. Spullenzijn weer schoon en Ramayana prijkt aan de muur als herinnering aan deafgelopen maanden. Ik ben weer thuis en de tijd vliegt. Bachelordiplomaopgehaald en schoolrooster klaar voor het komende halfjaar. Door alledrukte zou ik bijna vergeten hoe HEERLIJK het is om weer thuis te zijn.
Wat ik het meest zou missen, dacht ik: aardappelen, rust en stilte,een normaal schoolritme. Hoe je thuis erachter kunt komen dat je veelsimpelere dingen mist zoals het rumoer van je huisgenoten, de ruimtevan je kamer, de vorm van je eigen matras. Het zit hem in de kleinedingen. Niet de aardappels, maar wie de aardappels maakt. Uberhaupt hetkopen en koken van aardappels. En de mensen.
Gisteren ging ik ophet station op een bankje zitten met genoeg zitruimte voor nog drieextra personen. Toen ik ging zitten schoof zowel de mevrouw links alsrechts haar tas en haar krantje opzij. Voorheen had ik dit vast opgevatals een teken van beleefdheid, maar nu kon ik mij niet losmaken van dietwee overduidelijk lege plekken naast mij. Private space, ik moet erweer aan wennen. Vandaag voor het eerst weer een ei gekookt: meer kanik voorlopig ook niet eten, want mijn maag is niet opgewassen tegenmijn normale dosis zuivel en andere hollandse heerlijkheden. Had ik alverteld hoe HEERLIJK het is om weer thuis te zijn?
Vanaf maandagga ik de komende anderhalf jaar door het leven als masterstudenteklinische neuropsychologie. Twintig minuten in de trein per dag zonderiemand die een praatje maakt. Met mijn mp3-speler op blend ik opnieuwin de individualiteit van het dagelijks ritme. I'm back and ready!

zondag 26 augustus 2007

Selamat tinggal, Indonesia!

In Bandung, daar waar mijn opa lang geleden geboren is, denk ik eigenlijk helemaal niet frequenter aan mijn opa dan tijdens de rest van onze reis; eigenlijk zijn mijn grootouders onlosmakelijk met deze reis verbonden. Ik denk terug aan mijzelf, veertien jaar, aan de keukentafel bij opa en oma terwijl ik vragen stel voor mijn geschiedeniswerkstuk over Nederlands Indie. 'Opa, hoe was het vroeger in Indonesie?' Opa vertelt vol geuren en kleuren over zijn eerste baantje als kind waarbij hij koek rondbracht op een fiets met metalen banden waardoor alle koek verkruimelde en lacht heel hard. Oma had het druk met koken en liet opa praten terwijl ze af en toe corrigeerde. Hier in Bandung is alles anders dan vroeger en het is moeilijk om mij voor te stellen hoe deze stad er 85 jaar geleden uit moest zien. Maar dat maakt niet uit: Indonesie leeft en in al haar adem ruikt ze naar opa en oma.
Op zoek naar een wat meer geologische onderbouwing van dat perspectief bezoeken wij het Geologisch Museum, dat -ook al heb ik slechts een museum van binnen gezien- ongetwijfeld een van de meest complete educatieve musea van Indonesie moet zijn. Het leuke van dit museum is dat niet alleen negentig procent van de gevonden voorwerpen aan meterorieten, stenen, mineralen en botten ook daadwerkelijk in dit land gevonden zijn, maar dat je ze ook mag AANRAKEN. En daar houd ik van -ik blijf een halve pinda. We pikken wat ingewikkelde Indonesische educatie mee over platentektoniek en geologische bodemgronden (so we partially missed that learning part..) en 'ontsnappen' ternauwernood aan de drukte een buslading van tweehonderd scholieren die vlak na ons in stalactieten komen knijpen.
Aangezien het hier in Bandung toch het fijnste is om te shoppen in een shoppingcenter -en niet in de laatste plaats omdat we een tikkeltje te vermoeid zijn voor overmatige 'Hey Mister'-interactie met locals, nemen we een taxi naar de Bandung Supermal, die volgens de Lonely Planet de grootste Hero supermarkt van Indonesie heeft. Erg interessant voor mij daar ik de supermarkten hier nog steeds als een feestje beschouw, maar vandaag hebben we andere plannen. We stuiten op een vreselijk relaxte superbioscoop, waar we voor omgerekend 80 eurocent een kaartje kopen en genieten van een niet-nagesynchroniseerde-maar-gewoon-engelse Ratatouille -een echt GEWELDIGE film waarbij de tranen in ieder geval over mijn wangen liepen van het lachen. Heerlijk westers, heerlijk rustig.
Over westers gesproken: morgen gaan we echt iets beschamend heerlijks decadent doen. Naast ons huidige hotel -dat goed is, maar niet bijzonder goed- staat een vreselijk hoog high-end hotel met gepoetste liften en baliepersoneel met een evenzo gepoetste lach erachter. Een hotel dat, naast een verdieping met een bioscoop, zwembad, fitness en conference center ook een aantal verdiepingen bevat met hotelkamers en semi-permanente huisvesting. En in dit hotel, op de negentiende (!) verdieping staat voor ons morgen een schitterend two-bedroom condotel (zo'n semi-permanente huisvesting) op ons te wachten voor het studentikoze (kuch) bedrag van een luttele 110 eurootjes per nacht. Waar wij, nu komt het, voor 'slechts' nog minder dan de HELFT van deze prijs in deze veel te luxe kamer de hele dag decadent in bad gaan hangen. Ik kan echt niet wachten met dit schitterende afscheid van onze laatste reis-in-Indonesie-bestemming en dus tevens ook een semi-definitief afscheid en afsluiting van onze lange reis.
Vanuit een bad met bubbels denk ik aan alles wat mij thuis wacht en in opgewonden stemming denk ik aan mijn laatste weblog van over een paar dagen vanuit Jakarta, waar ik echt -en voor de laatste keer- kan testen of ik inmiddels al smog-imuun geworden ben. Sampai Jumpa!

woensdag 22 augustus 2007

Aan opa's wieg

In Bandung, daar waar mijn opa lang geleden geboren is, denk ik eigenlijk helemaal niet frequenter aan mijn opa dan tijdens de rest van onze reis; eigenlijk zijn mijn grootouders onlosmakelijk met deze reis verbonden. Ik denk terug aan mijzelf, veertien jaar, aan de keukentafel bij opa en oma terwijl ik vragen stel voor mijn geschiedeniswerkstuk over Nederlands Indie. 'Opa, hoe was het vroeger in Indonesie?' Opa vertelt vol geuren en kleuren over zijn eerste baantje als kind waarbij hij koek rondbracht op een fiets met metalen banden waardoor alle koek verkruimelde en lacht heel hard. Oma had het druk met koken en liet opa praten terwijl ze af en toe corrigeerde. Hier in Bandung is alles anders dan vroeger en het is moeilijk om mij voor te stellen hoe deze stad er 85 jaar geleden uit moest zien. Maar dat maakt niet uit: Indonesie leeft en in al haar adem ruikt ze naar opa en oma.
Op zoek naar een wat meer geologische onderbouwing van dat perspectief bezoeken wij het Geologisch Museum, dat -ook al heb ik slechts een museum van binnen gezien- ongetwijfeld een van de meest complete educatieve musea van Indonesie moet zijn. Het leuke van dit museum is dat niet alleen negentig procent van de gevonden voorwerpen aan meterorieten, stenen, mineralen en botten ook daadwerkelijk in dit land gevonden zijn, maar dat je ze ook mag AANRAKEN. En daar houd ik van -ik blijf een halve pinda. We pikken wat ingewikkelde Indonesische educatie mee over platentektoniek en geologische bodemgronden (so we partially missed that learning part..) en 'ontsnappen' ternauwernood aan de drukte een buslading van tweehonderd scholieren die vlak na ons in stalactieten komen knijpen.
Aangezien het hier in Bandung toch het fijnste is om te shoppen in een shoppingcenter -en niet in de laatste plaats omdat we een tikkeltje te vermoeid zijn voor overmatige 'Hey Mister'-interactie met locals, nemen we een taxi naar de Bandung Supermal, die volgens de Lonely Planet de grootste Hero supermarkt van Indonesie heeft. Erg interessant voor mij daar ik de supermarkten hier nog steeds als een feestje beschouw, maar vandaag hebben we andere plannen. We stuiten op een vreselijk relaxte superbioscoop, waar we voor omgerekend 80 eurocent een kaartje kopen en genieten van een niet-nagesynchroniseerde-maar-gewoon-engelse Ratatouille -een echt GEWELDIGE film waarbij de tranen in ieder geval over mijn wangen liepen van het lachen. Heerlijk westers, heerlijk rustig.
Over westers gesproken: morgen gaan we echt iets beschamend heerlijks decadent doen. Naast ons huidige hotel -dat goed is, maar niet bijzonder goed- staat een vreselijk hoog high-end hotel met gepoetste liften en baliepersoneel met een evenzo gepoetste lach erachter. Een hotel dat, naast een verdieping met een bioscoop, zwembad, fitness en conference center ook een aantal verdiepingen bevat met hotelkamers en semi-permanente huisvesting. En in dit hotel, op de negentiende (!) verdieping staat voor ons morgen een schitterend two-bedroom condotel (zo'n semi-permanente huisvesting) op ons te wachten voor het studentikoze (kuch) bedrag van een luttele 110 eurootjes per nacht. Waar wij, nu komt het, voor 'slechts' nog minder dan de HELFT van deze prijs in deze veel te luxe kamer de hele dag decadent in bad gaan hangen. Ik kan echt niet wachten met dit schitterende afscheid van onze laatste reis-in-Indonesie-bestemming en dus tevens ook een semi-definitief afscheid en afsluiting van onze lange reis.
Vanuit een bad met bubbels denk ik aan alles wat mij thuis wacht en in opgewonden stemming denk ik aan mijn laatste weblog van over een paar dagen vanuit Jakarta, waar ik echt -en voor de laatste keer- kan testen of ik inmiddels al smog-imuun geworden ben. Sampai Jumpa!

zaterdag 18 augustus 2007

Eeuwig geluk

Gisteren om dit tijdstip liep ik in een deel van een godsverlaten-alle-winkels-zijn-gesloten Yogya. Hoewel dit gesloten stadsdeel eruit ziet als een pauperwijk waar de winkels voorgoed gesloten blijven, is het vandaag De Grote Feestdag. En rustiger op straat dan ooit. In ieder geval, in ons stadsgebied, want wanneer we na een flinke wandeling in de hoofdstraat van Yogya aankomen, blijkt duidelijk waar de winkels WEL open zijn en waar alle activiteit zit. We gaan naar onze eerder met succes bezochte gamehal, waar de hap-, gok- en spelapparaten beplakt lijken met gillende, joelende, schreeuwende kinderen en hun ouders, die ook vandaag allemaal een vrije dag hebben. Sommige dingen zijn overal ter wereld hetzelfde. Je kunt hier door bepaalde spelletjes te spelen tickets verkrijgen waarmee je vervolgens (net zoals op onze kermis) spulletjes kunt kopen, die zo ongeveer staan in de verhouding 80/1 voor een potlood en 1436/1 voor een keukenblender. Note: je krijgt gemiddeld 5 tickets per spel -maar meer als je speelt zoals wij. Met een zak (!) met ik weet niet hoeveel muntjes veroverden we in pakweg een uur respectievelijk een gum en een borrelglaasje en 3 blaren op onze handen. Koopje, voor vier euro....maar gigantisch veel lol!
Natuurlijk blijf ik een vrouw en kan ik het niet bij die vier euro laten...en dus koop ik voor slechts een tientje nog een mooi gebatikte kimono voor thuis. En, waar ik heel blij mee ben: een boek dat ik al had, maar eerder op de reis helaas ben verloren, en ik nu toch kan uitlezen! En daar heb ik wel behoefte aan, want de vakantie slash reismoeheid sluipt er zo zachtjesaan bij mij best een beetje in. Ik ben al voor de helft getransformeerd tot zwembadhanger en bruinbakker, en tot mijn verbazing bevalt me dat best goed en vind ik het een fijn idee dat er voor de laatste zeven dagen niet heel veel meer op het programma staat. Een toeristische must-see van deze vakantie kunnen we in ieder geval nu wel afstrepen, en met succes, want onze trip naar Borobudor was fantastisch.
Even hadden we getwijfeld of we net als de rest van onze reis op eigen houtje naar Borobudur zouden gaan of dat we een van de vele aangeboden tours zouden boeken. We kozen voor het laatste, en met succes: afgehaald bij ons hotel vonden we in ons busje twee andere hollanders, waarna we met z'n vieren de trip naar Borobudur voortzetten. Het was fijn -en niet alleen omdat het in het Nederlands was- om onze reiservaringen te delen, vooral omdat dat me eraan herinnert dat we toch een trip maken die wezenlijk anders is dan de meeste mensen doen. Omdat wij dit alleen niet zo vaak met andere toeristen konden delen simpelweg omdat we ze niet tegenkwamen, vergeet ik soms bijna welke buitengewone, bijzondere avonturen en beproevingen we hebben meegemaakt en doorstaan. Het deed me goed om onze 53 graden celcius-veewagen- treintrip, strafbankjebusreis en eindeloze vertragingen levendig terug in mijn herinnering te brengen -en het leedvermaak deed onze medepassagiers zichtbaar ook goed.
...En nu ging ik een stuk over Borobudur schrijven, het opslaan en het hele stuk weer verliezen door een plotselinge internet hick-up...
..En doe ik het NOGMAALS, enigzins (behoorlijk) gefrustreerd en met zin om het internetmannetje die er ook niets aan kan doen met zijn hoofd op het toetsenbord te rammen (duidelijk te lang niet gesport). Maar ik doe het niet en vertel wel verder over dat aangezien onze trip om twee uur 's middags vertrok we zelfs de hordes Borobudur-bij-zonsopgang enigzins wisten te vermijden, wat ons bij vlagen het idee gaf slechts met z'n tweetjes te zijn. Dit leverde uiteraard beschamend veel schitterende kiekjes op -te bewonderen bij L. Het is slechts giswerk om voor te stellen hoe dit gigantische staaltje toewijding er lang geleden uit gezien moest hebben, en vooral welke indruk het vroeger moet hebben afgegeven. Mede door onze tegenwoordige (= hoge) bouwstijlen is het onmogelijk mij volledig voor te stellen hoe klein de mensen  zich vroeger moeten hebben gevoeld aan de voet en in de gangen van dit prachtige bouwwerk, gepositioneerd  midden in de jungle en omgeven door bergen. Desalniettemin doen we een poging en lopen we Borobudur als een van de weinige toeristen zoals het hoort: verdieping voor verdieping met de klok mee.
Eenmaal boven gekomen zoek ik de mooiste en volledigste boedhha (want van driekwart zijn de onderdelen afgehakt voor display of verkoop) en aai over zijn voetje voor geluk waarvan ik blij voel dat ik er al lang genoeg van heb. Nog een week, en dan kan ik in de praktijk echt gaan waarderen welke voorrechten ik allemaal mag hebben ten opzichte van veel andere mensen in de wereld. Zoals een fijn eigen huis, een warme douche, de mogelijkheid om te studeren en een moeder die pastei voor me maakt bij thuiskomst. Mijn Borobudur in het klein.
Liefs uit Yogya met alleen nog het Ramayana-ballet op het programma, en tot snel vanuit Bandung!

woensdag 15 augustus 2007

Bachelors in Yogya!

Om maar meteen met een achterstevoren-berichtje met de deur in huis te vallen: L. is weer beter (uh, was ie ziek dan?)! Na drie dagen radiostilte, bevinden we ons in een van de twee toeristische stadsharten van Yogyakarta, waar we bijkomen in het toepasselijke, dutch-managed 'Tulips Hotel' (zei iemand daar heimwee?). Dat 'bijkomen' stukje gold de afgelopen twee dagen dus met name voor L., die zich moest bezighouden met een eigen intern conflict wat zich uitte in koorts en -discreet omschreven- vochtverlies. Aangezien ik niet veel voor hem kon doen drentelde ik maar wat heen en weer tussen warme badjes en koele vochtige handdoeken en het achterstallig uitlaten van z'n DS-doggies. Als ie zelfs daar geen zin meer in heeft.... En dus bleef ik samen met mijn bakolie dichtbij: namelijk bij het zwembad. Om de zoveel tijd ging ik, a.k.a Myrle goreng even checken hoe het met mijn slapende lief ging, maar echt veel verbetering kwam er niet in. Gelukkig pakte het rusten uiteindelijk toch nog heel goed uit en zit ie nu naast mij rechtop een stukje te typen met het hoofd verrassend koel en de ogen open. En dus is er vandaag ook heel optimistisch zojuist een dagtrip naar Borobudur geboekt voor morgen en een spektaculair Ramaya-ballet (niet alleen volgens alle touroperators maar ook volgens de lonely planet) voor zaterdag!
Van Yogya hebben we tot nu toe gezien:De pizzahut (just love the lasagna) en van afstand  het Kraton (in ons jargon: het crouton) oftewel de plek-huis-tuin-enorm-gebied-thingie waar de sultan woont. Om er even wat verdieping in te brengen heb ik van een local nog wat insidersinfo gekregen dat deze sultan in tegenstelling tot zijn voorganger slechts 1 vrouw heeft in plaats van 21. Verder hebben we nog geen flauw idee wat er precies te zoeken is. Wat we wel hebben gedaan: ons voor twee euro het laplazarus gezweet in een enorme gamehal. Zelfs de locals die met ons op de foto wilden dropen af nadat ze ons vakkundig wat spelterroristen hadden zien afmaken met een shotgun.
Veel spectaculairs is er dus niet gebeurd, maar ander spectaculair nieuws heb ik wel: vandaag gaan L. en ik vieren dat we officieel ons bachelordiploma gehaald hebben! Als wij straks in ons bedje liggen is in Nederlandse tijd de officiele bachelor diplomauitreiking in Leiden net aangetreden, maar voor die tijd heffen wij er alvast een pisang goreng op -en om de boel weer wat meer solide te maken van binnen. Het is een rare gewaarwording dat de Indonesische keuken zelfs na zes weken schijnbaar nog niet kan wennen.
Morgen Borobudur, en daarna maken we kennis met de grootste Indonesische nationale feestdag: Onafhankelijkheidsdag. De 'Merdeka' wordt hier in Indonesische op z'n zachtst gezegd vrij uitgebreid gevierd en de voorbereidingen worden al tijden van tevoren getroffen. Ik ben benieuwd wat Onafhankelijkheidsdag in Yogyakarta ons zal brengen. Maar nu eerst...een pisang!

zaterdag 11 augustus 2007

Bromolicious

Op weg in de bus naar Surabaya voelt het alsof ik al weken geen teken van leven heb gegeven, hoewel het slechts vijf dagen geleden is! Blogstress? Hoe dan ook waren wij afgelopen dagen onbewust bezig ons reistempo wat op te krikken door een bezoek te brengen aan respectievelijk Ubud, Banyuwangi, Probolinggo, Cemoro Lawang a.k.a Gunung Bromo en, sinds gisteren dus ook Surabaya. Een kort rekensommetje maakt dat inderdaad 1 plaats per dag. Vroegah. NU zijn we een stuk wijzer en kiezen we ervoor om de meeste plaatsen door te reizen, wat betekent dat we geen een maar TWEE heerlijke dagen Ubud, Bromo en anderhalve dag hotelkamer/Surabaya (eat some great sushi and do some DS lite) achter de rug hebben. En ook zijn we een schaamteloze paar kilo schitterend houtsnijwerk en een halve kilo vulkanische as rijker.
Na onze toeristische maar relaxte Kuta Beach sessie vertrokken we tanned en schoon richting het idyllische Ubud: een plaatsje op Bali bekend om zijn vakkundige handicraft en waar het dus stikt van de houtgesneden piemels (ik kan er niets aan doen...), maar gelukkig ook boedhha's, Balinese danseressen en andersoort kunstigs. We vinden een hotel met het meest schitterende uitzicht dat er bestaat (Sawa's) en strijken neer en tellen ons geld. Hoe mooi het hier ook is, we hebben een missie om Het Perfecte Houtsnijwerk te vinden voor in/aan onze kast/deur.  Gelukkig hebben we er niet meer dan twee dagen voor nodig om met een complete tas handbagage aan houtsnijwerk Ubud te verlaten. Op L.'s site staan de foto's van ons schitterende houtsnijwerk en ik kan bijna niet wachten om het op te hangen! Uiteraard verlieten we Ubud (en daarmee Bali) niet zonder de Balinese specaliteit 'Bebek' over te slaan en  zo geniet ik van een avondje opereren -heerlijk- en voorzie ik mezelf en L. van geprepareerde stukjes verukkelijke eend.
Na veel te veel betaald te hebben bij onze reis 'agency' komen we van een koude kermis thuis wanneer we de volgende dag gewoon met z'n twintigen  in een busje local transport gepropt worden om uiteindelijk gelukkig WEL op tijd onze bootoversteek naar Java te kunnen maken. We overnachten bij tijdgebrek voor doorreizen in Banyuwangi, een klein kustplaatsje in Java, waar we eerst een kinderlijk argument hebben met onze buschauffeur over het al dan niet betalen voor een -volgens ons wat te riante- geeiste tip. Jammergenoeg wist deze meneer niet dat we na 5 weken Indonesie echt wel klaar zijn met afzetterij (in het bijzonder door die van eerder op de dag) en wel gek zijn om 50 cent meer te betalen waar het niet hoeft  *mompelt iets over principekwesties*. Onze chauffeur haalde vervolgens al zijn drama uit de kast en weigerde  met een kinderlijk theatraal gebaar AL ons geld. Hij stampvoette nog net niet de vloer van zijn verotte busje eruit en dus hielden wij voet bij stuk. Belanda's 1 - Chagrijnige buschauffeur 0.
De volgende ochtend maken we ons op voor een adembenemd luxe en onvertraagde treinrit (inclusief DS sessie!) naar Probolinggo. Vanaf Probolinggo is het makkelijk doorreizen naar Cemoro Lawang (Gunung Bromo). Het kan in een uur maar door onze kennelijk onbewuste honger naar avontuur doen we over deze rit vier keer zo lang, mede doordat onze chauffeur het woordje 'direct' niet helemaal begreep en ons halverwege afzette voor een plotselinge overstap. Het vervolgbusje ging echter niet verder rijden totdat het 20 passagiers had met eigenlijk plek voor tien en drie geiten en veertien kippen op het dak. Het is best een oefening om te zitten wachten op spookpassagiers terwijl je geen flauw idee hebt wanneer en of je uberhaupt wel verder gaat. We zijn moe en we willen niets liever dan neerstrijken op een opgemaakt bedje, maar we weerstaan het aanbod om de chauffeur gewoon vijf euro te geven en hem direct z'n busje te laten starten. In plaats daarvan wachten we. En minuten worden kwartieren, halfuren, een uur.  We geven geen kik. Trots op onze zo-niet-westerse wachtprestatie zetten we uiteindelijk pas anderhalf uur later onze reis voort, inmiddels in het donker, over kronkelige bergweggetjes.
Na twintig minuten vind ik naast mij een doods spookje hyperventilatie die maar moeilijk opgewassen is tegen de (zeker wel heftige) slingertrucs van de chauffeur. Terwijl ik verwoedde pogingen doe om mijn Indonesisch toegankelijk te maken zodat ik de chauffeur kan zeggen dat L. ziek is, komt er naast mij bij vlagen een teken van leven uit. Hoezeer ik ook probeer de zorgen van L. op mij te nemen, toch is hij in staat om ook als ie niet helemaal meer helder kan denken, behoorlijk gevatte antwoorden te geven.  Bij het betalen van de verplichtte entrance fee van het Bromo National Park, dat keurig op een bordje en op een bonnetje staat, zegt  L. steevast met een klein bibbertje: 'No, no!'  Nadat ik een paar keer tegen mijn lief zeg dat het toch echt op het bordje staat en dat geld wel het laatste is waar ie zich druk over moet maken maar zich beter even met zichzelf bezig kan houden, is ie half overtuigd. Als onze chauffeur vraagt waar we naartoe willen, klinkt naast me nog een 'Brom..o...sat...oe' die de klanken vormen van een paar lettergrepen van ons hotel. Als er vervolgens nog een mannetje door het raam lelijk gehaakte Bromo mutsen komt verkopen ben ik het zat. 'Cepat, dia sakit!'  De chauffeur heeft het begrepen en eindelijk komt de vaart erin. Aangekomen bij het hotel vind ik even later mijn lief gelukkig weer monter en stevig op de benen achter een bord mie goreng.
Na een goede dosis slaap in een ietwat overpricede kamer met steenkoud water maar met FANTASTISCH uitzicht worden we de volgende ochtend met koude neuzen wakker...bergtemperaturen!  Het weer is helder en we zoeken de nogal overduidelijke route naar Gunung Bromo. Aangezien de hordes Djoser-touristen de Bromo bij zonsopgang willen bekijken, is er werkelijk niemand te vinden wanneer wij rond een uur of tien onze wandeling starten. Heerlijk. We wandelen door het verrassend vlakke vulkanische landschap en beklimmen de 253 treden (TREDEN, zelfs als halfinvalide is Bromo toegankelijk) naar de rand van de krater van de enorme, rotte eieren puffende vulkaan. We kijken naar het schitterende zwavelwolkenspel waarbij we af en toe per ongeluk net iets te diep inademen  en onszelf herinneren aan de echtheid van dit alles.
Aangezien ik voor deze vakantie nog een diepe behoefte had om een keer te paardrijden (vraag me niet waarom) gingen we op twee kleine pony'tjes met een zadelstel en stijgbeugels afgesteld voor iemand met een maximale lengte van 1,50m  weer naar beneden. Bij vlagen erg wiebelig door deze weinige vorm van houvast maar verder vooral toch heel erg leuk. Na een flinke mooie bergwandeling op zoek naar internet (dat laatste niet succesvol) zijn de rollen van de dag ervoor omgedraaid en zorgt L. voor mij: ik lig na hoogstwaarschijnlijk een gevat koudje diezelfde avond met koorts in bed. De volgende ochtend dus een Bromo zonsopgang 'slechts' op afstand en een aanpassing van onze doelstelling voor die dag: een dagje sneller weer terug naar de bewoonde wereld.
En zo bevind ik mij nu dus in het grooste shopping center dat ik ooit gezien heb en waar je letterlijk in kunt verdwalen (en je portemonnee verdwaalt af en toe ook...). Maar niet de oorspronkelijke reden voor een bezoek aan Surabaya. Nu ik aangekomen ben op Java doe ik als laatste voor de reis naar huis de plaatsen aan waar mijn opa geboren is (Bandung) en waar mijn opa en oma getrouwd zijn, gewoond hebben en twee kinderen gekregen hebben...Surabaya! Het is fijn om hier te zijn en de vibe te voelen, maar moeilijk om een richting aan dit bezoek te geven. Ik trachtte een poging te doen voor een museumbezoek om wat meer over Surabaya in die tijd te weten te komen, maar helaas bleek deze gesloten. Wandelend door de straten vraag ik me meer dan eerder op deze trip af in welk stukje van Surabaya ik mijn opa en oma terug kan vinden. Helaas heb ik geen adres of informatie, maar toch is het fijn om hier in ieder geval 'geweest' te zijn.
Als afsluitertje van onze Surabaya trip gingen we daarom maar naar de Surabaya Zoo, die veel goedmaakte met de dierentuin die we eerder op deze trip gezien hebben. Het is aandoenlijk om te zien hoe de lokale bevolking met hun twee megapixel camera Nokiaatjes een constante stroom van foto's maken en het doet bijna westers aan. Over westers gesproken: ik heb inmiddels wel echt behoorlijk ZIN in aardappelen (mam, ik doe een beroep op je voor pastei)!! Nog zestien dagen voordat we de tropen gaan verlaten maar voor mijn gevoel ben ik al met een been thuis. Ik wist niet dat twee weken (normaal gesproken een hele vakantie) op 2 maanden reizen inderdaad zo relatief (kort, dus!) kon aanvoelen. De plaatsen die nog op het programma staan zijn op 1 hand te tellen, en om het aftellen te beginnen reizen we morgen -weer per trein- af naar Jogyakarta, waar als het goed is heel veel te zien en heel veel te doen moet zijn!
Maar pelan-pelan, want eerst gaan we vanavond genieten van onze eigen live voor onze ogen klaargemaakte verse kreeft voor nog geen 14 euro (even opscheppen)! See you in Jogya!

zondag 5 augustus 2007

Surgroove

'Joe need transport sir? Very cheap very cheap! To paradise? Honymoen price!' Hier in Kuta Beach (ja..toch Kuta!) kun je geen tien meter lopen zonder dat er een local met flyers in je nek staat te hijgen. En TOCH zitten we hier inmiddels al zes dagen, waarvan vandaag de laatste, en bevalt het ons goed. Dit zou wel eens mede te maken kunnen hebben met het laten vallen van ons Peking-express reistempo en het feit dat we hier fantastisch goed geworden zijn in werkelijk helemaal niets doen. We blenden al bijna in het surfdude en surfchick wereldje dat hier heerst. Het enige dat we missen zijn spierballen als balonnen, een anorexia-postuur en een iets te fake bruine tan. Zo lijkt in ieder geval de norm hier.
Hier in Kuta Beach vindt je alles wat ze in de rest van Indonesie niet hebben. Wat zeg ik, je vindt hier van alles drie keer zoveel. Al bij het binnenrijden van deze populaire kustplaats werden we overladen met neonverlichting, McDonalds, KFC, honderd andere eettentjes en ontelbare bekende-merk-winkels (waarvan ze volgens mij op sommige plaatsen de logo's er ter plekke op strijken). Ons hotel bevindt zich gelukkig in een klein maar gezellig achterafstraatje, waar het heerlijk rustig is.
Wat we in het kort deze zes dagen hebben gedaan: geld over de balk smijten -als je hier met je ogen knippert is het al weg- en springen in de hoogste golven die ik ooit gezien heb. En oh ja, bij vlagen ook nog wat schelpjes gezocht. Het geld is onder andere opgegaan aan een deel van mijn nieuwe herfstcollectie kleding (help, mijn tas gaat niet meer dicht!!) en onze geliefde Nintendo DS Light. Verder hebben we hier genoten van een ongelooflijke hoeveelheid ongelooflijk lekkere vis. Ook hebben we gegeten bij Bubble Gump Shrimp, een super-Amerikaans getinte tent, waar je kunt eten uit een emmer en waar om de 5 minuten een SCHREEUWENDE dame aan je tafel staat die roept: 'HOW IS YOUR FOOD?!' Je moet alles een keer gedaan hebben. Om ons bezoek compleet te maken heb ik mij verder gisteren laten afbeulen door een Balinese massage-mevrouw en dit ook aan L. cadeau gedaan. Echte liefde. Nadat ik mijn tenen uit mijn oor had getrokken voelde ik mij ook wel best lekker.
Ook zijn L.en ik sinds gisteren helemaal voorbereid op onze toekomstige sollicitaties: we hebben beiden voor 50 euri per stuk op maat een super sexy pak laten maken, om deze vervolgens helemaal vierdubbelgevouwen met 1000 kreuken opgerold in plastic met ducktape mee naar huis te nemen en voor dezelfde prijs weer te laten ontkreuken. Toch zijn we met deze mooie tastbare herinnering natuurlijk erg blij.
Over tastbaar gesproken: over pakweg twee uur vertrekt onze bus naar Ubud, alwaar ik de drie centimeter vrije ruimte in mijn tas ga vullen met boedhha's, draken en ander kunstig houtsnijwerk. Ik moet alleen nog even kijken hoe ik dat ga passen....
Na onze tweedaagse Ubud trip vertrekken we dinsdag naar Java, waar we iets langer dan gepland (namelijk 19 dagen in plaats van 14) van het oosten naar het westen zullen trekken en onze gemiste cultuur zullen inhalen. Vanaf Java laat ik jullie meer weten!

donderdag 2 augustus 2007

Monkey business

Nadat jullie ongetwijfeld hebben genoten van de muziek zijn we inmiddels aangekomen in Pankalanbun (5.00 in de ochtend), waar we worden opgewacht door vijftig mannetjes die ons een ojek willen verhuren en een ander klein mannetje en tevens onze gids, Rudy. Hij neemt ons mee naar zijn huis in Kumai waar hij ons eerst een kop thee geeft en daarna -gelukkig- naar bed stuurt om te rusten. Volgens mij is hethier niet gebruikelijk om je bed meer dan 1 keer per jaar te verschonen: gelukkig slapen we toch een uurtje weg  op de intens vette (aan de ene kant) en rotte (aan de andere kant) kussens. Terwijl onze telefoon-fetisjistische gids (Nokia, het laat je niet los) ons daarna het schema voor de komende drie dagen uitlegt, maken wij ons klaar.
Aan de overkant van de straat vinden we de rivier van Kumai, met een schitterende Klotok-boot (die zo heet vanwege de luidruchtige 'toktoktok' motor) die de komende drie dagen duidelijk alleen speciaal voor ons gaat zijn. Op onze prive boot zijn aanwezig: onze gids, een kok, een kapitein en zijn assistent. Onze kok is helaas verhinderd en dus neemt onze gids de dubbelrol gids-kok op zich. Eigenlijk was ie van plan om de HELE tijd bij ons op het dek te zitten, maar doordat ie nu ook moet koken moeten L. en ik het met zijn tweeen doen. Intens jammer....
Nog bijkomend van het gemis nestelen we ons op de twee matrassen MET kussentjes (en relatief schone) op het dek. Daar zullen we vanavond ook slapen en met dat vooruitzicht maak ik intern een sprongetje. Vanaf het dek heb je van alle kanten perfect zicht op het water en ook nog schaduwrijke overdekking. Relaxen, beetje varen en wildlife spotting: wat wil een toerist nog meer? En zo gebeurt het dat we op onze tocht voor de verandering naar enkele hordes Belanda's moeten zwaaien die hetzelfde denken. Maar dat mag de pret niet drukken. Op weg naar het eerste Orang Utan rehabilitatiecentrumkamp (goed voor scrabble) zitten we op het puntje van het dek in de hoop een echte wilde Orang Utan te vinden. En we hebben geluk. Wanneer onze klotok langs de palmbegroeiing vaart zien we in de verte het wild bewegen van bladeren, en wanneer we dichterbij varen een enorm wilde (zowel formaat als in wildness) Orang Utan op zoek naar snackies. Onze gids vertelt dat we veel geluk hebben omdat deze exemplaren zich zelden laten zien.
Blij als kleine kinderen vervolgen we onze tocht naar de Orang Feeding, een spectakel dat we deze dagen nog een aantal keer te zien zullen krijgen. Aangezien deze dieren uit hun natuurlijke omgeving gehaald zijn en nooit geleerd hebben om voor hun eigen pisang te zorgen, krijgen ze in het centrum een paar keer per dag optionele bijvoeding. Er zijn verscheidene voederplateaus waar de Orang's -al dan niet gevoerd door toeristen- deze extra dosis kunnen krijgen. Gedurende deze drie dagen maken we drie keer zo'n voedingssessie mee, iedere keer weer indrukwekkend. En leerzaam. Zo heb ik geleerd dat je niet in een korte broek de jungle in moet gaan, vooral niet als het net geregend heeft. En oh ja: laat ook je flipflopjes maar thuis. Mijn vakantiedresscode leverde mij uiteindelijk zo'n 4 bloedzuigers, 50 mierenbeten (AU is een understatement) en nog een dubbel aantal (jawel) muggenbulten op. Aangezien deze krengen bij mij om mysterieuze reden het ook voor elkaar krijgen om DOOR mijn kleding heen te steken, liep ik (en loop ik nu nog steeds) met frambozenbillen rond.
Hoe dan ook kan ik nu WEL zeggen dat ik een semi-wilde Orang Utan een banaan gevoerd heb. Het is schitterend maar ook een beetje verwarrend  om te zien hoe wild en toch ook niet wild deze dieren zijn. Ze zijn verre van mensenschuw en je kunt ze tot op een halve meter afstand benaderen, waardoor je nogal eens vergeet dat een volwassen Orang Utan dame 4 keer zoveel spierkracht heeft als een volwassen man. En de kans bestaat altijd dat ze die gebruiken. Gelukkig vertelt onze gids bij wie we beter uit de buurt kunnen blijven, al is dat in sommige gevallen (for example, The Giant King of the Jungle met een arm-spanwijdte van 2 meter) aardig overduidelijk.
Buiten al deze feedings maken we schitterende boottochten en speuren we het water af naar levend krokodillenleer -helaas zonder resultaat. Doordat de motor van onze boot ruim op een kilometer afstand te horen is, zijn alle vogels al gevlogen, alle apen weggeslingerd en de krokodillen in diep water. En dus proberen we op tijden dat de boot stilstaat en onze kok even weg is, stiekem een andere tactiek: we maken complete maaltijden aan bolletjes rijst, sliertjes bami goreng, gebakken ei en droog brood en deponeren dat onopvallend in het water in de hoop wat exotische species naar het oppervlak te lokken. Het werkt ten dele: het ter water gegooide wordt enthousiast opgegeten door de grote hoeveelheid vissen, doch helaas niet groter dan een centimetertje of tien. Wanneer we 's nachts gaan slapen horen we een hoop mysterieuze activiteit in het water waarvan we toch zeker weten dat het iets moet zijn wat lijkt op een schubbig beest met een staart en een bek met een rij vol tanden, maar het blijft bij giswerk. Toch spannend.
Op onze laatste jungle-dag maken we een mooie wandeltocht, ditmaal wel goed voorbereid (LANGE mouwen en pijpen, sokken IN goede schoenen). Rudy maakt wat mobiele foto's van ons met zijn geliefde Nokia en vertelt ons interessante verhalen over anti-malaria flora en andere verwonderlijke (medicijn)planten en - bij vlagen ENORME- bomen. Een heel andere wandeling dan onze eerste jungle trek: een stukje minder avontuur maar wel meer primair-regenwoud-NATUUR. In zonnig weer en gemoedstoestand keren we weer terug naar onze klotok en varen we richting huiswaarts.
Onze gids is een aardige kerel maar niet de beste in communicatie. Zo eentje die eerder demonstratief borden pakt dan te zeggen: 'we gaan eten'. En zo pakte hij ook demonstratief zijn ojek bij thuiskomst. Het bleek voor ons echter goed nieuws: eenmaal achterop werden we stuk voor stuk (Ik, L., Tas, Tas) afgezet bij een keurig prijs-bij-de-trek-inbegrepen-hotel. MET airconditioning, MET mandi, MET lekker bed. Onze moeheid spoelt samen met het zwarte water in het afvoerputje weg. Bij het inpakken van onze tassen kwam L. echter tot een onaangename ontdekking (lees maar) waardoor we jammergenoeg een domper vonden op deze drie hele mooie dagen.
Geen muziek meer voor ons, maar gelukkig zijn we na een intens lange vermoeiende zoektocht </overdreven mode off> geslaagd in het vinden van onze most wanted elektronica gadget voor de jam-karet-momenten van deze vakantie: een (in mijn geval special edition silver) NINTENDO DS LITE!!! Het kost wat knaken, maar daar staat tegenover dat de games hier (lees: illegaal maar wel werkend) ons slechts 1,50 kosten in plaats van het dertigvoudige in Nederland. En dus zijn L. en ik nu beide de trotse eigenaar van een klein wollig puppy Nintendogje. Die dus 4 keer per dag gevoederd, uitgelaten en vertroeteld moet worden.
En DAT is precies wat ik nu ga doen! Als mijn vierkante Nintendo oogjes wat gezakt zijn, wat meer nieuws over het meest toeristische  surf-, bruinbak- en uiterlijk-is-alles- oord dat ik ooit gezien heb. Tot dan, met een high five van mijn nieuwe virtuele Shiba Inu genaamd...Bali!

woensdag 1 augustus 2007

Crazy rave

Voordat onze tweede jungletrek van start gaat, 'relaxen' we een dagje in Banjarmasin. Althans, dat was de bedoeling, maar uiteindelijk werd het een high tech shopsessie waarbij ik mijn eerste (ja, EERSTE) stukje elektronica van deze vakantie kocht: een of ander superslick japans mp3 spelertje voor 30 euri! Tussendoor deden we nog (souvenir)boodschappen en zelfs nog een Canaltour door de wateren van Banjarmasin, die we gratis kregen aangeboden door de man die onze jungletreks geregeld had. We wanen ons als filmsterren wanneer we door iedereen  worden uitgezwaaid en toegeroepen. Kinderen springen massaal de rivier in om ons vanuit de boot een high five te kunnen geven. Na kramp in de kaken van een uur lang breed glimlachen pakken we terug in het hotel onze mooie daypacks en zijn we bekaf, maar klaar voor Orang Utan spotting!
De rit naar Pankalanbun (vlakbij Tanjung Puting National Park) was wederom avontuurlijk. De vorige keer dat we hadden besloten zo'n halfdoodmakende busrit  nooit meer te doen, hadden we dat besluit beter iets consequenter kunnen vasthouden. Alles wat wel goed ging: de bus reed en bleef rijden. We hadden goede comfortabele zitplaatsen. De bus had GEEN vertraging (= uitzonderlijk) en alles was tot in de puntjes goed geregeld. Wat zou er dan mis kunnen gaan, vraag je je af. Toen we in de bus gingen zitten, dachten we precies hetzelfde. Wat is het ergste dat er kan gebeuren?
Toen we half half in slaap dommelden, kwamen we erachter: onze chauffeur kon niet wakker blijven. En aangezien de taakverdeling ongeveer zo is dat een chauffeur ongeveer 18 uur rijdt op nog geen uur pauze (roken kan tenslotte ook prima IN de bus) is dat niet zo verwonderlijk. De manier waarop dat vervolgens opgelost wordt is dat wel. Om enigzins wakker achter het stuur te zitten heeft onze chauffeur gedurende DE HELE NACHTrit met kermis-volume (je weet wel, dat je de bas VOELT in je longen) de meest verschrikkelijke Indonesische extreem neurotische rave-hits in repeat afgedraaid. Ik dacht dat NACHT impliciet samenhing met iets wat ze bij ons 'slaap' noemen, maar bij onze chauffeur is zelfs 'rust' een relatief tijdsonafhankelijk begrip. Met 300 beats per seconde duurde onze slapeloze rit naar Pankalanpun uitputtend lang. Maar het goede nieuws is dat ik dankzij mijn vers gekocht mp3 speler, tevens gevuld (!)  met Indonesische hits jullie ook kan laten HOREN hoe onze bus klonk. Mocht je geen boxen van een halve meter in omvang hebben, zet dan op z'n minst het volume op z'n allerhoogst om een klein beetje de groove te krijgen.
Klik hier om Amazing House 2007 te downloaden, een van de nummers die hier een niet te begrijpen populariteit geniet -en dan bedoel ik niet voor tienjarigen (!)- en in de top 10 playlist van onze chauffeur stond. In de tussentijd dat jullie hiervan genieten -en ik verwacht: ook MINIMAAL 12 uur op repeat- is het voor ons nu tijd om te makan makan, en als afsluiting van onze avond met onze Tweede mysterieuze elektronicagadget te spelen. Wanneer de muziek bij jullie is afgelopen zie ik jullie graag weer terug. Tot dan!

Dayak-Steil

Na een vorige uiterst frustrende internetsessie waarbij de stroom tot twee keer toe -en de laatste keer onherstelbaar- uitviel en waar we niet alleen geen stukje konden plaatsen maar ook de helft van onze data verloren, een herkansing. Inmiddels twee jungle-tochten achter de rug en op zoek naar een Balinees tintje, hier de eerste tocht en spoedig meer!

De ruitenwisser piept over de voorruit heen en weer, maar echt effect heeft het niet. In fact, dat onze chauffeur de ruitenwisser uberhaupt gebruikt zegt al genoeg over de hoeveelheid nattigheid. In de bus op weg naar Loksado maken we kennis met het overheersende weertype voor de komende 3 dagen: varierend van een beetje tot HEEL VEEL regen. En dat is maar goed ook. Want tropische jungle vlakbij de evenaar doorkruisen in volle zon is zelfs na vier weken acclimatisatie een tikkie te panas.

Na een ruim drie-urige rit ontmoeten we Yadi, de broer van Johan en tevens onze gids voor deze trip. We eten wat blauwe en oranje mie (lokale trend?) en krijgen de tip om wat 'candy for the people', -snoep voor de kinderen en sigaretten voor de volwassen- mee te nemen als dank voor de gastvrijheid. We wandelen wat over de lokale markt waar vriendelijke mevrouwen zonder tanden levende vis verkopen in bakken ZONDER water en waar het verder een beetje stinkt naar natte kip en geit.Yadi slaat wat vage flora (groenten?) en substanties in, waarna we onze anderhalf uur durende rit naar de bergen vervolgen. Het landschap is schitterend en bij vlagen kan ik zelfs een beetje door de voorruit kijken.
Wanneer mijn rechterbroekspijp ternauwernood doorweekt is (weer of geen weer, ze rijden hier altijd met de ramen OPEN) komen we aan in Loksado. Nadat we met het halve dorp op de foto geweest zijn -geen grap!- en ze allemaal de hand geschud te hebben vervolgen we onze reis naar Dorp X, een lokaal Dayak dorp waar we de komende twee dagen te gast zullen zijn. De Dayaks zijn typische commune mensen: ze wonen met z'n ALLEN gezamelijk in een longhouse, een houten huis op palen met verschillende 'kamertjes' voor iedere familie, doch met zero privacy. De inwoners van het dorp zijn op een paar handen te tellen en het tekort of overschot aan genen hier en daar ook (mompelt iets over inteelt..).
Gelukkig voor ons zijn het uitermate vriendelijke lui. Bij aankomst in het dorp worden we uitgebreid bekeken en 'rondgeleid'. Het dorp bestaat uit een groot longhouse en, omdat we te maken hebben met een behoorlijke rijke Dayak-tribe, een stuk of zeven kleine huisjes waar de meeste families wonen. Het longhouse is meer een 'communal area', wat in ons geval zeer gunstig is omdat het vanwege ceremoniele redenen een aantal dagen niet toegankelijk is voor publiek. En dus is het maar goed ook dat we nog terug kunnen vallen op een van de (overigens mooie en stevige!) schattige huisjes. We installeren onze spullen en vanaf dan doen we een lokale specialiteit die we nog regelmatig zouden herhalen: zitten. Het is vanuit een westers perspectief echt wonderbaarlijk om mee te maken en ik betrap mijzelf erop dat ik het zelfs ondenkbaar vind om een zondag te spenderen zoals de mensen dat hier doen. Er is in het hele dorp geen boek, geen tijdschrift, geen spelletje te vinden maar kennelijk wordt dat ook niet als een gemis beschouwd. Werkelijk IEDEREEN hangt of zit of ligt of staat een beetje op zijn of haar veranda en kijkt een beetje in het rond. That's it. De enige keer dat er een mond open gaat is omdat er een snackje naar binnen wordt geschoven, maar verder wordt er niet eens zozeer gesproken.Amazing. Ik heb nog nooit een plaats gezien waarbij zelfs de kippen harder rennen dan de kinderen.
De mensen uit het dorp zijn traditioneel en geloven heiliger in de wonderen der natuur dan in de wonderen der medische wetenschap. Ze gebruiken heilig water,  kruiden en magische spreuken bij ziekten, en zo komt het voor dat wij die avond getuige zijn van een bijzondere gelegenheid. Wegens ziekte -en gelukkig ook weer genezing- worden er in ruil voor het sparen van de ziel van twee dorpsgenoten twee varkens aan de 'spirit world' geofferd. Terwijl ik op de veranda gebogen over mijn boekje zit wordt er nog geen twee meter van mij vandaan een varken van een paar jaar oud levend en op zijn kop aan een grote bamboestok gebonden. Ter vermaak (?) wordt er door de kinderen van het dorp nog een paar keer tegen het varken aangeschopt en geport om te checken in hoeverre het wezen nog tot de levende wereld behoort.
Na het betalen van een kleine boete kunnen ook wij de oorspronkelijk verboden-voor-vreemdelingen-ceremonie in het longhouse bijwonen. Wat het inhoud: vier medicijnmannen die -in trance- tegelijkertijd de goede vibe moeten krijgen om de spirit van het varken naar de andere wereld te helpen, waarna ze zijn kop eraf hakken met een klewang. Even plastisch gezegd. Wat we zien: vier dansende en zingende oude mannetjes die zelfs in trance nog de tijd vinden om ieder een pakje sigaretten weg te roken.Impressive. En aangezien de tijd van zo'n ceremonie variabel is omdat men nu eenmaal moet wachten op de juiste vibe, ook erg tijdrovend. TOCH is het interessant om te zien dat dit leven dat hier geleid wordt, is waar de mensen hier in geloven. Voor ons heeft het gebeuren meer een symbolische waarde, maar voor deze lokale bevolking is het de waarheid. Fascinerend om te zien is wel dat ze het allemaal niet zo nauw nemen met de regeltjes: afgezien van de vele rookpauzes gaan de kids ervandoor met de trance-trommels, worden de offeringen tijdens de ceremonie gewoon tussen het altaar door weggepikt en valt driekwart van de toeschouwers in slaap. Na een uurtje op een bamboemat gezeten te hebben zonder bloederig resultaat (too bad, maar not TOO bad) besloten we het voor gezien te houden en het bij deze indrukwekkende dans- en zangperformance te laten.
Daar de ceremonie nog tot een uurtje of twee in de nacht doorging, hadden we weinig kwaliteitsslaap en was de ochtend behoorlijk vroeg. Onze gids nam ons vandaag mee voor een gezellige jungle-en tevens familie slash dorpswandeling, daar zijn vrouw, dochtertje en dorpslieden met ons meegingen voor onze tour door de jungle. Kon toch niet te moeilijk zijn, zou je zeggen...Het goede nieuws is: ze doen ook echt niet moeilijk. Waar er geen pad is wordt gewoon een pad gemaakt. Hellingsgraad? Is maar bijzaak. En zo bevinden wij ons in een fantastische en avontuurlijke jungletocht waarbij het vers-met-de-klewang-gehakte pad soms een hellingsgraad bereikt van 60 graden (STEIL, dus)! Dwars door mooie junglewateren inclusief schitterende watervallen en een fikse regenbui vinden we onszelf al snel nat een stinkend terug. En juist dan is het erg uitnodigend om er een sport van te maken om zo vies en zo nat mogelijk weer thuis te komen. En dat gaat onder deze omstandigheden gelukkig vrij makkelijk!
Na een riante geimproviseerde  lunch bij een plaatselijke waterval en wat meegepikte biologielessen over de interessante flora en fauna die de jungle van Borneo rijk is komen we na negen uur (!) bekaf, verwonderd, verwilderd en stinkend weer terug in het dorp. Daar delen we onder goede begeleiding van een belangrijke dorpsmevrouw onze snoep en sigaretten uit. Voor hoe indirect deze cultuur is in vergelijking met de onze  zijn ze hier wel behoorlijk direct. De mevrouw aarzelt niet om te vragen wat ze hebben wil: een pakje sigaretten, wat snoepjes, en alsof dat nog niet genoeg is wijst ze naar mijn Lowe Alpine dry fit shirt, mijn onderbroek (jawel) en mijn Buff die allen liggen te drogen waarbij ze zegt: 'Kasih, kasih!' (geven). Hoe aandoenlijk is dat ik er later achterkom dat ze dit niet voor haarzelf vraagt maar slechts om uit te delen! Ze geeft alle sigaretten en snoepjes weg en ook mijn kleding blijkt bedoelt voor een van de jonge meisjes in het dorp -die overigens al heel trendy gekleed ging. Gelukkig vertelde onze gids eerder dat dit dorp zeer welgesteld is -, dus kon ik met een goed gevoel mijn iets te gulle geopperde gift vriendelijk afwijzen.
De volgende ochtend, ditmaal na een betere nachtrust pakken we onze spullen om ons al bamboo-raftend terug te brengen naar ons transport terug naar de stad. Aangezien het de nacht en ochtend werkelijk waar NOODWEER is zijn we in eerste instantie genoodzaakt te wachten. Maar ons wachten wordt gelukkig beloond: het weer kalmeert, het zonnetje gaat welliswaar schijnen en het water is kalm genoeg! Onze boot blijkt een aaneenschakeling van lange bamboestelen (duh) met een handig bankje voor ons in het midden. We kabbelen met goede en soms zelfs behoorlijke vaart stroomafwaarts waarbij we zo nu en dan een flinke plens water en wat plaatselijk bos meenemen. Om van mijn spinnenangst af te komen trof ik op respectievelijk mijn arm en been spinnen aan van het formaatje hier-moet-ik-echt-even-van-gillen-en-spastisch-om-mij-heen-meppen, uiteraard tot groot vermaak van de andere bootpassagiers.
Na deze sessie installeren we ons klef en nat op de achterbank van het busje die ons terug naar Banjarmasin brengt, waar we terugkomen in onze vertrouwde, gereserveerde kamer met Spongebob op tv, airco en een comfortabel bed. Slechts drie dagen in de jungle zijn genoeg om dit alles nog meer te waarderen. We slapen als roosjes en hebben een dag pauze, waarna we onze volgende jungle-tocht per boot gaan beginnen. Deze voert ons naar Tanjung Puting, het bekendste Nationaal Park van Borneo, met name bekend om....zijn Orang Utans!
Over deze trip, de volgende keer meer. Nu ga ik wat vogelen met mijn pas gekochte supervette elektronica. Wat dat is? Dat vertel ik later wel....!