Pagina's

zondag 14 januari 2007

Hoe schoon is jouw huis?

Rolstoel Langzaam komt ze aangesloft, met drie emmertjes met een sopje en drie doekjes. 'Dit emmertje is voor de ramen, dit emmertje is voor de deur, en deze is voor het dweilen van de keukenvloer'. Of ik de ramen een aantal keer goed af wil nemen met een vers sopje, want ze zijn niet om aan te zien. Ik weet dat ik ze amper een week geleden nog gelapt heb, maar ik beloof het. Met een windkracht acht sop ik de ramen af en ik breng een brandschoon sopje weer binnen. Zelfs na het aan de buitenkant (!) schoonboenen van de deur ontdek ik geen enkel vuiltje op mijn doekje. Het is voor mij een raadsel waarom ik hier zoveel sopjes voor nodig heb.
Het toilet maakt ze iedere ochtend schoon, evenals de badkamer die, niet zoals gebruikelijk een tegelvloer heeft, maar waar vloerbedekking ligt. Die er nog als nieuw uitziet terwijl ie er toch zeker 20 jaar ligt. Ik zucht van opluchting als ze vertelt dat ze de talloze breekbare honden- en poezenbeeldjes zelf afstoft. 'Zo, en nu eerst een kopje thee'. Ik zit al drie kwartier haar gekakel aan te horen als ze mij eindelijk de kamer laat stofzuigen en om tijd te rekken doe ik ieder hoekje twee keer. 'En dan gaan we nu weer zitten voor thee'. Volgens mij kookt ze het water expres zo heet zodat ik langer blijf zitten en, verrassend: er komt taart uit de vriezer die eerst 10 minuten ontdooien moet terwijl ik wacht (op de bank uiteraard). Ik lap daarna de keuken en hoor alweer: 'Zo meid, en dan nu zitten want het is bijna tijd!' Ik kijk op de klok: vijf voor half 12. Ik heb tot 12 uur. God sta me bij, denk ik bij mezelf, ik krijg bijna last van doorligging van dat bankgekleef.
Dan laat ze zich ontvallen: 'Het is jammer he, dat het zo hard waait, anders konden we naar buiten! Want ik kom niet heel vaak meer buiten...' Ze vertelt dat ze bij de Thuiszorg speciaal om mij had gevraagd, omdat ze de vorige keer het wandelen zo fijn vond, dat terwijl ik haar bijna per ongeluk uit de rolstoel had gekieperd. Ik zeg dat ik het ook jammer vind, en dat meen ik wel echt. Dan is het kwart voor 12 en ik moet gaan van haar, want het waait zo hard en anders ben ik zo laat thuis. Ik laat nog een keer mijn blik glijden over het steriele huishouden en begrijp het nu, dat sommige mensen gewoon echt niets beters te doen hebben. Bij het weggaan wens ik haar mooi weer en zeg dat ik in de toekomst nog een lesje rolstoelwandelen wel zie zitten. Ze lacht en zegt: 'Ik hoop het!' En ik hoop het ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten