Zolderangst. Mijn moeder en ik hebben allebei een trauma van de zolder van mijn ouderlijk huis. Waar je alleen met een uitschuiftrap naar boven komt die mijn moeder met haar 158 cm amper kan tillen zonder het halve plafond ook mee te nemen. Ik zou willen zeggen dat het mij beter afging. Zowel mijn moeder als ik kwamen er dan ook zelden. Als er iets naar zolder gebracht of van zolder gehaald moest worden keken we met een schuin oog naar mijn vader. Maar vandaag is het anders.
Vol overtuiging zet ik de trap neer en het zweet staat al op mijn rug nog voor ik het uiterst onhandige zolderluik open heb. Ik krijg een flashback naar mijn kindertijd waarbij er zo nu en dan dode of levende spinnen naar beneden vielen. Zowel mijn moeder en ik werpen een blik op de trap, zodat we weten dat er eventueel ruimte is om panisch naar beneden te rennen bij een eventuele spinnenconfrontatie.
'Zal ik het doen?' zegt ze overmoedig. 'Ga je gang', zeg ik. Onrustig kijkt ze naar de trap. Ze is bang dat deze, hoewel hij bijna in een hoek van 45 graden staat, om zal klappen (of het echt gebeurd is, who knows, misschien heb ik dat ook wel verdrongen). 'Laat maar', zeg ik, omdat ik het bijna niet kan aanzien. 'Ik heb de Mont Blanc beklommen, dus dan moet ik dit toch ook kunnen'. Vastbesloten klim naarboven, maar blijf staan op de laatste trede. Ik kijk naar beneden. De trap wiebelt. Ik zucht.
Sommige dingen uit je kindertijd kun je kennelijk niet loslaten. 'Laat papa het maar doen,' zeggen we allebei. Net als vroeger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten