Pagina's

zaterdag 23 januari 2010

French politics

Frenchflag4Een strakblauwe lucht, zonnetje, een graadje of 3. Mijn eerste werkdag op de University was de mooiste dag van het -tot nu toe- overwegend grijze en regenachtige Glasgow. Welkom geheten door mijn Franse begeleidster Marie-Helene schud ik eerst veel handen en schud ik daarna nog meer handen. Er wordt veel aan mij gevraagd en verteld in een schitterend Schots accent -waar ik dus de helft van begrijp. Wat ik WEL begrijp is dat ik als 'visiting postgraduate' geen recht heb op een kamer. Maar omdat ik wel recht heb op een eigen werkplek met computer, beland ik in de kelder van het CCNI (Centre for Cognitive Neuroimaging): een compleet nieuw aan-de-faculteit-aangebouwd onderzoeksinstituut. Met 30 fantastische computers, een eigen toegangspas en...behoorlijk veel privacy, want ik ben de enige die er werkt. Maar ja, dat MSN gaat natuurlijk een keer vervelen. En dus vroeg ik aan mijn begeleidster wat nou precies de bedoeling was, en of er geen zicht was op een andere kamer.
Schotten kun je altijd storen, maar bij Fransen werkt dat anders. Na het sturen van een bericht om 10 uur 's ochtends de volgende ochtend besloot ik -toen er om 3 uur nog geen antwoord was- de stoute schoenen aan te trekken en haar op te zoeken. Geirriteerd werd ik de deur uitgewerkt want, ze had haast en ik moest maar een onderzoeksvoorstel gaan schrijven. Graag zo snel mogelijk en veel succes ermee. Een kwartier later zat ik weer in de kelder boven mijn stapeltje artikelen. Dus ik besloot het anders aan te pakken. Zoals de cleaning lady heel lief tegen mij zei: "Je moet zelf laten zien dat jij wel toegankelijk en bereid bent en je niet laten afschepen". Dus, met iedere dag een berichtje sturen liet ik weten hoe laat ik er was, wat ik aan het doen was en vroeg ik terloops of er nog zicht was op een andere kamer.
En het wonder geschiedde. Op de laatste dag van de week kwam madame zelf naar de kelder om te kijken hoe het met mijn werk ging. Tijd dus om de psychologische charmes in de strijd te gooien. Ik was al redelijk op weg met het onderzoeksvoorstel, dus waarschijnlijk is dat maandag wel af. Ja en natuurlijk wil ik even onder de MRI scanner. Moeten er nog dingen op de computer worden uitgezocht, geen probleem, electronica is mijn ding! Aan het eind van het gesprek bloosde ze een beetje. Tegen aardigheid valt weinig te doen. Duidelijk beter gehumeurd liep ze de computerruimte weer uit. Nonchalant was haar laatste zin: "Ik ben geloof ik de sleutel kwijt, maar ik geloof dat er wel zicht is op een kamer voor je..."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten