Ietwat overstuur fiets ik terug naar huis. Een complicatie op vakantie is op z'n zachtst gezegd logistiek wat onhandig. Dus besluit ik na wat wijze raad: de kies moet er maar uit. Na wat overleg met mijn tandarts gaat ook hij overstag. Hij snapt ook wel dat ik liever niet thuiskom met een kies die ongewild van binnen gevuld is met Pisang Goreng en Kue Lapis. Gelukkig komt hij zelf uit Indonesie, dus dat schept een band. Al kletsend over de jungle van Borneo en Bandung en Surabaya (waar ook familie van hem is geboren) werkt mijn verdoving in. Na maar liefs vier prikken bevind ik mij in een enigszins high stadium, en in de veronderstelling dat het zaakje wel binnen 5 minuten gepiept zal zijn, wacht ik af.
Niets is minder waar. Ik hoor mijn tandarts zuchten. De kies wil er niet uit. Ook dat nog. Maar, hij heeft de tijd. Ruim een half uur later ligt mijn kies (weliswaar in vier stukken) in een ijzeren bakje. En, nu de verdoving begint uit te werken, voelt het alsof mijn tandarts mij door de praktijk gehoekt heeft. Maar het goede nieuws is: hij is eruit. En niet met behulp van een of andere oude Klewang van het opperhoofd van de Dayak stam, maar gewoon veilig en steriel door mijn eigen tandarts. Kan ik over een paar dagen gewoon genieten van een oneindeloze hoeveelheid Kue Lapis...!